Bijna een kwart van de thuiswerkers wil ook na corona grotendeels thuis blijven werken
Eind 2020 werkte bijna de helft van de werknemers thuis. Thuiswerken is dan ook een van de meest getroffen COVID-19 maatregelen op het werk. Maar er is nog ruimte voor groei: 14% van de werknemers die nog niet (volledig) thuis werkt geeft aan dat dat wel zou kunnen. Hoewel thuiswerkers vaak nog geen ideale werkplek hebben bevalt het thuiswerken vaak wel. Bijna 1 op de 4 werknemers geeft aan ook na de COVID-19 pandemie grotendeels vanuit huis te willen werken. Dit blijkt uit de laatste meting van het NEA-COVID-19 onderzoek van TNO.
Groot verschil in COVID-19 maatregelen tussen sectoren
In vrijwel alle bedrijven zijn er naar aanleiding van de COVID-19 pandemie maatregelen getroffen. De algemene COVID-19 maatregelen als handen wassen en afstand houden (85%) en thuiswerken (61%) worden volgens werknemers het vaakst toegepast. De mate waarin andere maatregelen worden toegepast zijn afhankelijk van het type werk en de COVID-19 gevolgen voor de sector. In de industrie – waar veel productie is- worden vaker ploegen gescheiden terwijl in de ICT, financiële sector en openbaar bestuur – waar veel thuisgewerkt wordt- vaker een beperking wordt opgelegd in het aantal mensen dat tegelijk aanwezig mag zijn. De horeca en vervoerssector, die hard getroffen zijn door de COVID-19 pandemie, troffen maatregelen gericht op minder werken waaronder deeltijdontslag en het verplicht opnemen van verlofdagen terwijl in de zorg juist vaker verlof werd ingetrokken, om voldoende personeel aan het werk te kunnen hebben.
Van de werknemers die niet volledig thuiswerken kan bijna 1 op de 7 meer thuiswerken
Eind 2020 werkte 48% van de werknemers thuis: 35% volledig en 14% combineerde thuiswerken met werken op locatie. In de zomer van 2020 werkte 45% van de werknemers thuis (29% volledig en 16% in combinatie met werken op locatie). Maar nog niet al het werk dat thuis gedaan kan worden, gebeurt al thuis. Bijna 1 op de 7 (14%) werknemers die niet volledig thuiswerkt geeft aan dat zij hun werk ook meer thuis zouden kunnen doen. Dit is 9% van alle werknemers. Ongeveer de helft van deze mensen (4,4% van alle werknemers) gaat toch naar het werk omdat het bedrijf dat wil en de andere helft (4,8% van alle werknemers) omdat ze dat zelf willen.
Thuiswerkers willen ook na corona thuis blijven werken
De arbeidsomstandigheden van thuiswerkers zijn nog niet ideaal: 45% van de thuiswerkers heeft behoefte aan extra middelen voor een goede werkplek. Daarnaast zijn thuiswerkers nog meer gaan zitten. Bijna 90% zit minstens 6 uur per dag achter een beeldscherm, gemiddeld bijna 8 uur per dag. Ook in de vrije tijd zitten thuiswerkers nog eens 5 uur, een uur en driekwartier meer dan eind 2019 en driekwartier meer dan van de zomer. Toch zijn er ook positieve signalen. Zo is er een duidelijke afname in ongewenst gedrag, zowel van klanten als van collega’s of leidinggevenden. Ook laat het onderzoek geen toename in de fysieke en mentale klachten van thuiswerkers zien. Al met al is 3 op de 4 thuiswerkers op dit moment tevreden met het leven. Ondanks de niet ideale omstandigheden lijkt het thuiswerken dus wel te bevallen. Bijna 1 op de 4 thuiswerkers wil ook na de crisis grotendeels thuis blijven werken. Daarnaast wil 43% thuiswerken combineren met werken op locatie.
* De cijfers zijn gebaseerd op het NEA-COVID-19 onderzoek. Dit is een vragenlijst-onderzoek onder ongeveer 10.000 deelnemers die ook de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019 hebben ingevuld. Data over de Nederlandse beroepsbevolking is verzameld in de zomer van 2020 en november 2020. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, onderwijs, en sector en zijn daarmee zo representatief mogelijk gemaakt voor de Nederlandse werknemer. De gegevens worden gekoppeld aan de oorspronkelijke NEA-data om zo een vergelijking met 2019 te kunnen maken. De cijfers over thuiswerken uit het NEA-COVID-19 onderzoek zijn niet goed vergelijkbaar met de op het corona dashboard weergegeven cijfers uit het gedragsonderzoek van het RIVM. Dit komt door verschillen tussen de RIVM en TNO data. Zo bevat de TNO data alleen werknemers terwijl de RIVM data ook zelfstandigen bevat. Ook presenteert TNO thuiswerken onder alle werknemers terwijl het RIVM cijfers over thuiswerken onder mensen die kunnen thuiswerken weergeeft.