Kantoor wordt ontmoetingsplaats, geconcentreerd werken doen we thuis

In maart 2021 werkte ruim de helft van de werknemers volledig op locatie en combineerde 14% thuiswerken met werken op locatie. De overige 35% van de werknemers werkte volledig vanuit huis. Voor de meeste werknemers op locatie is thuiswerken helemaal geen optie omdat het werk dat niet toelaat. Hoewel 80% van de werknemers op locatie aangeeft dat de maatregelen worden nageleefd is 1 op de 6 bang om op het werk met corona besmet te raken. De huidige thuiswerkers willen ook na de pandemie veelal vanuit huis blijven werken. Vooral vanwege sociale contacten en samenwerken wilt men weer naar kantoor. Geconcentreerd werken doen zij juist liever thuis. Dit blijkt uit de 3e meting van het NEA-COVID-19 onderzoek* van TNO.

In maart 2021 gaf 51% van de werknemers aan dat zij volledig op locatie werkten, nog eens 14% werkte deels op locatie en deels thuis. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met het najaar van 2020. Maar voor veel mensen is thuiswerken helemaal geen optie. Negen op de 10 werknemers op locatie geeft aan dat zij hoe dan ook niet volledig thuis kunnen of willen werken.

Afstand houden op het werk blijft lastig

Acht op de 10 locatiewerkers geeft aan dat de corona maatregelen op het werk vaak of altijd  worden nageleefd. Afstand houden op het werk is nog wel lastig. De helft van de werknemers lukt het niet om afstand te houden tot klanten/leerlingen/patiënten en een derde niet om afstand te houden van collega’s. Vooral in de zorg en het onderwijs is het lastig om afstand te houden. Met milde klachten bleef 7 op de 10 locatiewerkers vaak of altijd thuis, terwijl 13% aangaf nooit thuis te blijven. Daarnaast gaf 16% van de werknemers aan vaak of altijd bang te zijn voor een besmetting op het werk. De angst om besmet te raken met corona is het hoogste in het onderwijs (31%). Ongeveer 1 op de 5 werknemers op locatie denkt het afgelopen jaar besmet te zijn geweest met corona. Ruim 7% van alle locatiewerkers denkt op het werk besmet te zijn geraakt met corona.

Overgrote deel van thuiswerkers wil blijven thuiswerken

Als de maatregel om zoveel mogelijk thuis te werken is opgeheven, wil de overgrote meerderheid van de huidige thuiswerkers blijven thuiswerken. Bijna 1 op de 4 thuiswerkers wil grotendeels of volledig thuiswerken. De helft werkt graag  thuis en op locatie. Gemiddeld wil men dan 18 uur thuiswerken. De aard van het werk, minder reistijd en betere productiviteit zijn belangrijke redenen om in de toekomst (deels) thuis te willen werken. Opvallend is dat de werkprivé-balans ongeveer even vaak een reden is om op locatie te werken als om thuis te willen werken. Vooral voor mensen tussen de 30 en de 49, die veelal jonge kinderen hebben, willen om die reden thuiswerken. Het sociale aspect is veruit de belangrijkste reden om weer naar kantoor te gaan, zowel om het samenwerken als vanwege de sociale contacten met collega’s. Ongeveer 1 op de 4 werknemers denkt thuis onvoldoende zichtbaar te zijn en wil weer (deels) op locatie gaan werken om de carrièreperspectieven te verbeteren. Voor werknemers onder de 30 geldt dat voor bijna 4 op de 10.

Werken in de toekomst: ontmoetingsplek op locatie en concentratie vooral thuis

Het TNO onderzoek laat zien dat als het aan de werknemers ligt, hoewel  lang niet voor iedereen mogelijk, thuiswerken in de toekomst zeker zal blijven. Ook  de reden waarom werknemers wél naar het werk gaan zal veranderen. Thuis productief geconcentreerd werken en op locatie elkaar ontmoeten, sociale contacten leggen en samenwerken. Afhankelijk van de levensfase en persoonlijke omstandigheden hebben werknemers andere redenen om (niet) thuis te willen werken.

Figuur 1. Redenen om in de toekomst op locatie te willen werken naar leeftijd
Figuur 1. Redenen om in de toekomst thuis te willen werken naar leeftijd


* De cijfers zijn gebaseerd op het NEA-COVID-19 onderzoek. Dit is een vragenlijst-onderzoek werknemers die ook de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019 hebben ingevuld. Data over hun werk en arbeidsomstandigheden tijdens de corona pandemie is verzameld in de zomer van 2020, november 2020 en maart 2021. De vervolg vragenlijsten werden door tussen de 9.000 en 10.000 mensen per meting ingevuld. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, onderwijs, en sector en zijn daarmee zo representatief mogelijk gemaakt voor de Nederlandse werknemerspopulatie van uit 2019.

De cijfers over thuiswerken uit het NEA-COVID-19 onderzoek zijn niet goed vergelijkbaar met de op het corona dashboard weergegeven cijfers uit het gedragsonderzoek van het RIVM. Dit komt door verschillen tussen de RIVM en TNO data. Zo bevat de TNO data alleen werknemers terwijl de RIVM data ook zelfstandigen bevat. Ook presenteert TNO thuiswerken onder alle werknemers terwijl het RIVM cijfers over thuiswerken onder mensen die kunnen thuiswerken weergeeft.