75% van de werknemers werkt – deels – weer op locatie
Naleven coronamaatregelen op werk neemt af
Eind 2021, vlak vóór de lockdown, werkte driekwart van alle werknemers deels of volledig op locatie. Werknemers op locatie leefden de coronamaatregelen minder na dan in maart 2021, en 1 op de 3 bleef met milde klachten niet altijd thuis. Het merendeel van de werknemers, zowel op locatie als thuis, gaf aan dat de coronapandemie het werk blijvend veranderd heeft. Een deel van hen gaf aan dat een werkplekaanpassing nodig is door deze veranderingen. Bijna 80% van de huidige thuiswerkers wil ook na de pandemie veel vanuit huis blijven werken, maar daar zijn nog lang niet altijd afspraken over gemaakt. Dit blijkt uit het NEA-COVID-19 onderzoek* van TNO onder ruim 8.000 werknemers, dat van 15 november tot en met 17 december 2021 plaatsvond.
In november 2021 werkte 57% van alle werknemers volledig op locatie, 18% combineerde thuiswerken met werken op locatie en 25% werkte volledig thuis. Dit was het hoogste aandeel werknemers op locatie sinds de start van de pandemie. De toename komt doordat meer werknemers weer deels op kantoor zijn gaan werken, maar valt ook samen met het meer open zijn van een aantal sectoren, zoals de horeca. Deze sectoren waren tijdens eerdere metingen nog (gedeeltelijk) dicht.
Naleven coronamaatregelen wordt lastiger
In vergelijking met begin 2021 is een daling te zien in de mate waarin werknemers de maatregelen daadwerkelijk (kunnen) toepassen. Bijna 60% van de locatiewerkers lukte het vaak niet om afstand te houden tot derden (bijv. klanten, leerlingen, patiënten) en 40% lukte het vaak niet om afstand houden tot collega’s. Ook werden mondkapjes en persoonlijke beschermingsmiddelen minder gebruikt. Ruim een derde van de locatiewerkers bleef niet altijd thuis met milde klachten (21% soms, 16% nooit). Van alle werknemers op locatie was 15% bang om op het werk besmet te raken met corona.
Corona zorgt voor blijvende veranderingen in het werk
Bijna driekwart van de werknemers op locatie en bijna 90% van de thuiswerkers gaf aan dat de coronapandemie en de getroffen maatregelen het werk hebben veranderd. Vooral het contact met collega’s, het contact met derden (klanten, leerlingen, patiënten etc.) en de uitvoering van het werk zijn veranderd. Een groot deel verwacht dat de verandering blijvend is. Zes op de 10 werknemers op locatie gaven aan niets nodig te hebben om zich aan te passen aan die veranderingen, 1 op de 5 heeft vooral tijd nodig om te wennen en 1 op de 7 een aanpassing aan de werkplek. Bij thuiswerkers geeft de helft aan niets nodig te hebben om zich aan te passen, een kwart heeft tijd nodig en een vijfde heeft een werkplekaanpassing nodig.
Nog maar weinig formele afspraken over toekomstig thuiswerken
Als het thuiswerkadvies vervalt, wil bijna 8 op de 10 thuiswerkers thuis blijven werken, waarvan 35% grotendeels of volledig wil thuiswerken en 43% evenveel op kantoor als thuis. Een overgrote meerderheid van de thuiswerkers verwachtte ook dat de werkgever thuiswerkers toestaat in de toekomst (ruim 70%) en bijna 20% gaf aan dat dit misschien mag. Nog geen 10% van de huidige thuiswerkers gaf aan dat thuiswerken in de toekomst niet meer mag of weet dit nog niet. Er zijn nog lang niet overal afspraken over hybride werken in de toekomst. Bij een derde van de thuiswerkers zijn er in de organisatie (nog) helemaal geen afspraken gemaakt en bij bijna de helft alleen informele afspraken.
* De cijfers zijn gebaseerd op het NEA-COVID-19 onderzoek. Dit is een vragenlijstonderzoek onder werknemers die participeerden in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019. Data over hun werk en arbeidsomstandigheden tijdens de coronapandemie is verzameld medio 2020, eind 2020, maart 2021 en eind 2021. De vervolgvragenlijsten werden gemiddeld door 8.000 à 10.000 mensen per meting ingevuld. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, onderwijs en sector om daarmee zo goed mogelijk een afspiegeling te geven van de Nederlandse werknemerspopulatie uit 2019.