Duurzame Inzetbaarheid in Nederland goed, maar lager opgeleiden blijven achter

Nederland scoort in vergelijking met andere EU-landen nog steeds erg goed op duurzame inzetbaarheid. Nederlandse werknemers geven aan langer te willen én kunnen doorwerken dan de meeste werknemers in andere EU-landen. De stijgende trend in het langer willen en kunnen doorwerken is in 2016 echter tot stilstand gekomen. Ook ligt de gewenste pensioenleeftijd nog altijd ver van de leeftijd waarop men daadwerkelijk met pensioen kan gaan. Het beeld wisselt per bevolkingsgroep. Zo scoren lager opgeleiden doorgaans ongunstiger op duurzame inzetbaarheid. Dit blijkt uit de publicatie Duurzame Inzetbaarheid in Nederland van TNO.

Nederland scoort internationaal goed

Nederland scoort in 2015 op veel indicatoren voor duurzame inzetbaarheid gunstiger dan de overige 27 EU-lidstaten. Op de helft van de gemeten indicatoren komt Nederland voor in de top-drie van meest gunstig scorende landen. Die indicatoren zijn: ‘willen doorwerken’, ‘in staat zijn door te werken’, ‘werkprivébalans’, ‘fysieke belasting’, ‘psychosociale belasting’ en ‘gevolgde scholing’.

Uitzonderingen zijn de aspecten ‘toerusting voor het huidige takenpakket’ en ‘externe mobiliteit’ van Nederlandse werknemers. Op die beide indicatoren voor duurzame inzetbaarheid is er geen verschil tussen Nederland en de overige EU-lidstaten. Zweden en Denemarken zijn voor wat betreft duurzame inzetbaarheid de landen waartegen opgekeken mag worden.

Duidelijke verschillen tussen laag en hoger opgeleide werknemers

Desalniettemin zijn er binnen Nederland duidelijke verschillen in duurzame inzetbaarheid, vooral op basis van opleidingsniveau. Laag opgeleide werknemers hebben minder vertrouwen in de eigen arbeidsmarktkans en rapporteren minder scholingsdeelname, sociale steun en regelmogelijkheden dan werknemers met een hoger opleidingsniveau. Bovendien hebben laag opgeleiden te maken met een hogere fysieke belasting.

Ondanks dat deze werkomstandigheden voor laag opgeleiden ongunstiger zijn, ligt de gemiddelde pensioenleeftijd onder laag opgeleiden in 2016 (64,8 jaar) hoger dan onder hoger opgeleiden (64 jaar). Dit terwijl de leeftijd tot waarop laag opgeleiden denken door te kunnen werken lager ligt dan bij hoog opgeleiden (64,1 versus 64,9 jaar respectievelijk). Er is geen verschil in de leeftijd tot waarop laag en hoog opgeleiden door willen werken. Oftewel, laag opgeleiden werken langer door dan hoog opgeleiden, terwijl ze zich daartoe minder goed in staat achten en ook niet bovengemiddeld graag willen doorwerken.

Downloads

Technische toelichting

De publicatie Duurzame Inzetbaarheid in Nederland van TNOis tot stand gekomen in afstemming met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De publicatie baseert zich op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA), de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA), de cohortstudie Study on Transitions in Employment, Abilities and Motivation (STREAM) en de Cohortstudie Duurzame Inzetbaarheid (CODI). Deze databronnen zijn verrijkt met arbeidsmarktregisters van het CBS en data van de European Working Conditions Survey (EWCS) van de European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions.

Het doel van de publicatie Duurzame inzetbaarheid in Nederland is het bieden van een actueel en meerdimensionaal beeld van de duurzame inzetbaarheid van Nederlandse werkenden en het bedrijfsbeleid daaromtrent. Ook geeft de publicatie inzicht in persoonlijke en contextuele factoren die inzetbaarheid verduurzamen en het vermogen en de bereidheid tot langer doorwerken bevorderen.

Voor meer informatie over de NEA, WEA, ZEA, STREAM en CODI ga naar: www.monitorarbeid.nl/databronnen

Voor meer informatie over de EWCS, ga naar: www.eurofound.europa.eu/nl/surveys/european-working-conditions-surveys